Het radioactieve afval


Radioactief afval

Welke soorten radioactief afval zijn er?

Radioactief afval wordt ingedeeld op basis van twee kenmerken, namelijk zijn activiteitsniveau en zijn levensduur. Het activiteitsniveau gaat over de aard en de hoeveelheid straling die vrijkomt uit het afval: het afval is laag-, middel- of hoogactief. De levensduur gaat over hoelang het afval straling blijft uitzenden: het afval is kort- of langlevend. 

Voor het beheer op lange termijn (de berging) onderscheiden we drie categorieën afval. Het laag- of middelactieve kortlevende afval (A-afval) zal in een oppervlaktebergingsinstallatie in Dessel geborgen worden. Het laag- of middelactieve langlevende afval (B-afval) en het hoogactieve kort- of langlevende afval (C-afval) zal een diepe bergingsinstallatie in geologische lagen als eindbestemming hebben.

Waar komt het radioactieve afval vandaan?

Het grootste deel van het hoogactieve en/of langlevende afval (B&C-afval) is afkomstig van de ontmanteling van buiten gebruik gestelde nucleaire installaties en van de productie van elektriciteit door kernenergie. Een beperkt deel ontstaat bij toepassingen in onderzoek en ontwikkeling, terwijl een ander deel afkomstig is van de historische radiumproductieactiviteiten van het vroegere Union Minière (het huidige Umicore) in Olen. Dit afval moet vele duizenden jaren tot een periode in de orde van een miljoen jaar afgezonderd worden van mens en milieu. 

Het laag- of middelactieve langlevende afval (B-afval) geeft geen warmte af en komt grotendeels uit ontmantelingsprojecten die reeds afgerond werden, nog lopen of gepland zijn. Zoals de ontmanteling van de opwerkingsfabriek Eurochemic in Dessel (bijna afgerond), de voormalige WASTE-afdeling van SCK CEN in Mol (lopend) en de kerncentrales van Doel en Tihange (gepland). Deze categorie afval ontstaat ook bij nucleair onderzoek, bij de productie van isotopen voor medisch gebruik en bij de opwerking van verbruikte splijtstoffen.

De kerncentrales in ons land (Doel en Tihange) produceren zowel elektriciteit als radioactief afval. 

 

Het hoogactieve kort- of langlevende afval (C-afval) omvat voornamelijk de verbruikte splijtstoffen die gebruikt werden in de kerncentrales. Dit afval geeft warmte af en moet tientallen jaren afkoelen vooraleer het geborgen kan worden. Deze verbruikte splijtstoffen worden vandaag (nog) niet beschouwd als radioactief afval (zie verder). Het verglaasde afval, afkomstig van de opwerking van kernbrandstof, wordt daarentegen wel al als radioactief afval van categorie C beheerd.  

Over welke hoeveelheden radioactief afval gaat het?

Voor het bepalen van de hoeveelheden afval houdt NIRAS rekening met zowel het bestaande als het toekomstige afval. We maken gedetailleerde prognoses van de soorten en hoeveelheden afval die beheerd en geborgen zullen moeten worden. Deze prognoses zijn gebaseerd op het huidige nucleaire programma in België, met onder andere de operationele levensduur van de kerncentrales zoals bij wet vastgelegd.


Voor het laag- of middelactieve langlevende afval (B-afval) voorzien we een totaalvolume van zo’n 9.100 m3 (volume van de afvalcolli, zonder verdere verpakking). Ongeveer 85% van dit B-afval wordt vandaag al veilig beheerd door NIRAS. Voor het hoogactieve kort- of langlevende afval (C-afval) voorzien we een totaalvolume van zo’n 2.800 m3 (volume van de afvalcolli, zonder verdere verpakking). Slechts 2,5% van dit C-afval werd al overgedragen aan NIRAS. 

Het afvalbeheer

Waar wordt het radioactieve afval opgeslagen?

Al het bestaande radioactieve afval dat al aan NIRAS overgedragen werd, bevindt zich vandaag in Dessel bij onze dochteronderneming Belgoprocess. Het laag-, middel- en hoogactieve afval ligt er apart en veilig opgeslagen in verschillende aangepaste gebouwen: hoe hoger de stralingsintensiteit, hoe dikker de betonnen muren van de opslaggebouwen.

Opslaggebouw bij Belgoprocess in Dessel waar radioactief afval tijdelijk opgeslagen wordt in afwachting van een definitieve berging. 

Wat gebeurt er met het afval voor het opgeslagen wordt?

Vooraleer het radioactieve afval naar een opslaggebouw gaat, wordt het eerst verwerkt om het volume van het afval te verkleinen. De technieken die we daarvoor gebruiken hangen af van het soort afval. Zo worden vloeibaar, brandbaar en persbaar afval elk op een andere manier verwerkt. Bij middel- en hoogactief afval gelden daarnaast strengere afschermingsmaatregelen dan bij laagactief afval.

Vervolgens worden de overblijvende afvalstoffen vastgezet, bijvoorbeeld in betonmortel, en ingesloten in een vat waardoor een vast en compact eindproduct ontstaat. Dit proces noemen we ook wel conditionering. Elk vat krijgt een identificatiefiche met een unieke code en wordt opgenomen in een databank. Voor de vaten naar de opslaggebouwen gaan, worden ze nog gecontroleerd op straling en radioactieve besmetting en gewogen.

Het radioactieve afval wordt in alle veiligheid verwerkt en geconditioneerd vooraleer het opgeslagen wordt.

Verbruikte splijtstoffen

Wat zijn verbruikte splijtstoffen?

Verbruikte splijtstoffen ontstaan voornamelijk in kerncentrales. Het zijn de brandstofelementen die in een kernreactor gediend hebben om warmte op te wekken en zo elektriciteit te produceren. Na ontlading uit de kernreactor worden deze verbruikte splijtstoffen opgeslagen op de site van de kerncentrales. Ze worden (nog) niet beschouwd als radioactief afval en vallen onder de verantwoordelijkheid van Synatom, een dochteronderneming van Electrabel. Ook in onderzoeksreactoren ontstaan verbruikte splijtstoffen. NIRAS houdt rekening met de mogelijkheid dat de verbruikte splijtstoffen allemaal het statuut van radioactief afval kunnen krijgen en dus allemaal geborgen zullen moeten worden. 

Waar bevinden de verbruikte splijtstoffen zich?

De verbruikte splijtstoffen koelen na gebruik enkele jaren af in een desactiveringsdok op de site van de kerncentrales.

De verbruikte splijtstoffen van de kerncentrales koelen na gebruik gedurende enkele jaren af in een desactiveringsdok op de site van de kerncentrales. Nadien worden ze overgebracht naar een opslaggebouw - eveneens op de terreinen van de kerncentrales - waar ze opgeslagen worden voor een periode die kan oplopen tot enkele tientallen jaren, afhankelijk van het verdere beheer ervan (opwerking of overdracht naar NIRAS als radioactief afval). In Doel gebeurt deze tijdelijke opslag vandaag op een droge manier, in Tihange gebeurt dit onder water. De komende jaren plant Electrabel zowel in Doel als in Tihange hiervoor bijkomende opslagcapaciteit, telkens op een droge manier. 

De verbruikte splijtstoffen van het onderzoekscentrum SCK CEN bevinden zich op hun terreinen in Mol en bij Belgoprocess in Dessel. 

Hoe zit het met de opwerking van verbruikte splijtstoffen?

Tot in de jaren negentig werden verbruikte splijtstoffen uit de Belgische kerncentrales opgewerkt. Dit is een chemisch proces waarbij bepaalde splijtbare elementen (uranium en plutonium) uit de splijtstof gescheiden worden voor hergebruik. De radioactieve stoffen die bij dit proces overbleven werden verwerkt als radioactief afval en liggen veilig opgeslagen bij Belgoprocess, de dochteronderneming van NIRAS, in Dessel. In 1993 nam het federaal parlement een resolutie aan tot opschorting van de opwerking van verbruikte splijtstofelementen uit de kerncentrales. 

Schrijf je in op onze nieuwsbrief en volg ons op de voet