Financiering


Berekening kostprijs

Wie berekent de kostprijs van diepe berging en op welke basis?

Voor de toekomstige berging van het hoogactieve en/of langlevende afval berekent NIRAS de kosten op basis van een gedetailleerd financieel scenario dat momenteel uitgaat van een diepe berging 400 meter diep in weinig verharde kleilagen. De kosten worden minstens om de vijf jaar opnieuw berekend. Naarmate over diepe berging verdere beslissingen genomen zullen worden, zal de berekening van de kostprijs met meer precisie en met meer zekerheid bepaald kunnen worden. 

Wat is er allemaal inbegrepen in de kostprijs?

Concreet herneemt de financiële raming alle kosten verbonden aan de technische activiteiten voor de bouw, de exploitatie en de sluiting van de bergingsinstallatie. Het houdt ook rekening met de soorten en hoeveelheden radioactief afval en de plaats die deze zullen innemen in de bergingsgalerijen. Ook de ontmanteling achteraf van de oppervlakte-installaties nodig voor de diepe berging zijn mee opgenomen. Wat niet in de kostenberekening zit, zijn de maatschappelijke projecten die verbonden zouden worden aan diepe berging. Die worden op andere manieren gefinancierd.  

De financiële raming herneemt alle kosten verbonden aan de technische activiteiten voor de bouw, de exploitatie en de sluiting van de bergingsinstallatie.

Hoeveel bedraagt de kostprijs?

Volgens de laatste financiële raming van 2022 bedragen de overnight kosten (de kosten mocht het project vandaag gerealiseerd worden) voor de technische aspecten van de geologische berging 12 miljard euro. 

Factuur berging

Wie gaat de kosten voor diepe berging betalen?

Alle kosten voor het beheer en berging van het radioactieve afval worden geregeld volgens het beginsel ‘de vervuiler betaalt’. De kosten voor de toekomstige berging van het hoogactieve en/of langlevende afval zijn dus voor de afvalproducenten.  

Alle kosten voor het beheer en de berging van het radioactieve afval worden geregeld volgens het beginsel ‘de vervuiler betaalt’.

Hoe worden de kosten verdeeld?

De verdeling van de kosten gebeurt via een verdeelsleutel. Concreet wordt de bijdrage van de afvalproducenten berekend op basis van de soort en hoeveelheid radioactief afval dat aangeleverd wordt en de plaats die dit afval zal innemen in de galerijen. Vandaag is deze verdeelsleutel grosso modo als volgt: 58% voor Synatom (voor de verbruikte splijtstoffen), 34% voor de Belgische staat (voor de nucleaire passiva), 5% voor Electrabel en de rest voor kleinere producenten zoals Belgonucleaire (2%) of SCK CEN (<1%). 

 

De Belgische staat is financieel verantwoordelijke voor de nucleaire passiva. Dit zijn oude buiten gebruik gestelde nucleaire installaties waarvoor de financiële middelen tot de jaren zeventig onvoldoende waren om de kosten voor sanering en ontmanteling te dekken. Een deel van het afval van deze installaties is bestemd voor diepe berging. 

Hoe zit het met de nucleaire voorzieningen?

Er zijn specifieke financiële voorzieningen nodig om de ontmanteling van de kerncentrales en het eindbeheer van de verbruikte splijtstof te financieren. De verantwoordelijkheid om de dekking te verzekeren van deze kosten ligt in de handen van de kernprovisievennootschap Synatom. Het fonds dat Synatom hiervoor beheert, bedroeg op 31 december 2021 14,375 miljard euro. Daarvan is 6,345 miljard euro bedoeld voor de ontmanteling van de kerncentrales en 8,030 miljard euro voor het beheer van de splijtstoffen die bestraald worden in deze kerncentrales. 

 

Het toezicht op de nucleaire voorzieningen is in handen van de Commissie voor nucleaire voorzieningen (CNV). De controle van de voorzieningen gebeurt in drie stappen: 

  1. Om de drie jaar berekenen Synatom en de betrokken kernexploitant het bedrag van deze voorzieningen en leggen ze hun dossier voor aan de CNV. 
  2. NIRAS analyseert de elementen van de berekening van de voorzieningen en legt haar advies voor aan de CNV. 
  3. De CNV brengt haar beslissing uit over het door Synatom en de betrokken kernexploitant ingediende dossier. 

Andere kosten

Wie betaalt de andere kosten?

Alle kosten voor het beheer en de berging van het radioactieve afval worden geregeld volgens het beginsel ‘de vervuiler betaalt’. Dit betekent dus ook dat alle kosten voor het transport, de verwerking en de tijdelijke opslag van het radioactieve afval betaald worden door de afvalproducenten of door de Belgische staat (voor de nucleaire passiva). Ook de maatschappelijke voorwaarden (lokale projecten met een sociaal-economische waarde) verbonden aan de realisatie van een bergingsproject worden door hen gedragen. Daarnaast zijn ook de onderzoek- en ontwikkelingskosten op hun conto. Sinds de start van de onderzoeksprogramma’s in 1974 werd ongeveer 500 miljoen euro (2021) uitgegeven aan het onderzoek naar de haalbaarheid en veiligheid van de diepe berging van hoogactief en/of langlevend afval. 

Ook de kosten voor het transport, de verwerking en de tijdelijke opslag van het radioactieve afval worden betaald door de afvalproducenten.

Schrijf je in op onze nieuwsbrief en volg ons op de voet