Andere opties


Langdurige opslag

Kan het radioactieve afval niet aan de oppervlakte opgeslagen blijven?

Het hoogactieve en/of langlevende afval moet tot honderdduizenden jaren van mens en milieu afgezonderd worden. Opslaggebouwen aan de oppervlakte waar vandaag radioactief afval tijdelijk opgeslagen wordt, bieden geen garantie voor veiligheid op die lange termijn en vormen dus geen valabele optie voor eindbestemming. Deze gebouwen hebben een beperkte levensduur en zouden voortdurend vervangen moeten worden. Daarbij weet niemand hoe de maatschappij of de omgeving zal evolueren, denk maar aan oorlogen of klimaatveranderingen. 

 

Daarbovenop zouden we elke nieuwe generatie opnieuw opzadelen met het beheer van het afval, wat in strijd is met het principe om onnodige lasten door te schuiven naar toekomstige generaties. Het afval blijvend opslaan aan de oppervlakte gaat trouwens in tegen alle internationale veiligheidsstandaarden (IAEA) en de Europese richtlijn Euratom 2011/70 die stelt dat: “Verbruikte splijtstof en radioactief afval worden op een veilige manier beheerd, voor de lange termijn onder meer met passieve veiligheidsmaatregelen.” Dat betekent dat we voor het langetermijnbeheer verplicht zijn een passief systeem te ontwikkelen, waarbij na een bepaalde periode de mens niets meer hoeft te ondernemen om de veiligheid te garanderen.  

Opslaggebouwen aan de oppervlakte vormen geen valabele optie voor de eindbestemming van hoogactief en/of langlevend afval.

Wat zegt het FANC over opslag aan de oppervlakte?

Ook de nucleaire autoriteit FANC spreekt zich in zijn advies van 11 juni 2020 hier duidelijk over uit: “Ongeacht het soort installatie houdt een langdurige opslag een last en een risico in voor de toekomstige generaties. Bovendien zijn er tal van onderhoudsactiviteiten nodig en op termijn ook een herconditionering van het afval, herstelwerken aan de installatie en/of de bouw van nieuwe installaties. Deze activiteiten zullen leiden tot een toename van het volume aan radioactief afval waarvoor in de loop van de tijd een steeds grotere opslagcapaciteit nodig zal zijn. Beslissingen over de wenselijkheid en de implementatie van een mogelijke bergingsoplossing zouden op die manier ook op de toekomstige generaties worden overgedragen, zonder dat deze laatsten van de voordelen hebben genoten van de technologieën die dit afval hebben gegenereerd en zonder enige garantie dat de kosten die hiermee gepaard gaan, kunnen worden gedekt door de beschikbare financiële middelen.” 

Verlaten pistes

Welke pistes werden er bestudeerd en verlaten?

Wereldwijd werden diverse pistes voor langetermijnbeheer bestudeerd, beoordeeld, afgewogen en uiteindelijk verworpen. Ze gaan in tegen internationale overeenkomsten of houden oncontroleerbare veiligheidsrisico’s in. Zo komen bijvoorbeeld mogelijke oplossingen in de zee, in een ijskap of in de ruimte niet in aanmerking.  

 

Zowel zeeberging (de colli met radioactief afval worden in zee gedumpt), berging in de zeebodem (de colli met radioactief afval worden in sedimenten op de zeebodem ingebracht) als berging in een oceanische subductiezone (de colli met radioactief afval worden op de dalende tektonische plaat van een oceanische subductiezone geplaatst) zijn verboden volgens internationale verdragen. 

 

Ook berging in een ijskap (de colli met warmte-afgevend radioactief afval worden bovenaan in een ijskap gebracht en zakken geleidelijk naar beneden doordat het ijs smelt als gevolg van de warmte die ze afgeven) en het sturen in de ruimte (het geconditioneerd radioactief afval wordt de ruimte ingestuurd zodat het in een baan rond de aarde terechtkomt of zelfs het zwaartekrachtveld van de aarde verlaat) worden internationaal uitgesloten en verboden. 

Wereldwijd werden diverse pistes voor berging bestudeerd, beoordeeld, afgewogen en uiteindelijk verworpen.

Varianten

Welke varianten worden vandaag nog bestudeerd?

De internationale wetenschappelijke consensus over diepe berging als enige veilige en duurzame optie voor het hoogactieve en/of langlevende afval werd vertaald in Europees recht. Er zijn geen echte alternatieven, dit wil zeggen oplossingen die aan dezelfde vereisten beantwoorden. Er bestaan wel mogelijke varianten, zoals de mogelijkheid om samen met andere landen een gezamenlijke diepe bergingsinstallatie te realiseren (een multinationale berging) en de optie om afval te bergen met een techniek van diepe boorgaten.  

Kunnen we met andere landen een bergingsinstallatie delen?

Hoewel elk land verantwoordelijk is voor het beheer van zijn eigen radioactief afval, is een samenwerking om een gezamenlijke berging te ontwikkelen en te realiseren niet uitgesloten. In principe zou ons afval dus elders geborgen kunnen worden of zouden wij het afval van een ander land samen met ons afval kunnen bergen. Een aantal Europese lidstaten overleggen over gedeelde berging en hebben zich gegroepeerd in de associatie ERDO (European Association for Multinational Radioactive Waste Solutions). NIRAS werd lid in 2023 van ERDO. 

Samenwerken met andere landen om een gezamenlijke diepe bergingsinstallatie te ontwikkelen en te realiseren is niet uitgesloten.

Vormen diepe boorgaten een alternatief?

In een aantal landen wordt de optie van diepe boorgaten onderzocht; dit zijn boorgaten tot enkele kilometers diep. Het onderzoek is nog niet ver gevorderd, zeker in vergelijking met de uitgebreide kennis- en ontwikkelingsbasis die voor diepe berging in galerijen bestaat. Geen enkel land met kernenergie ziet dit als een optie voor al zijn hoogactieve en/of langlevende afval. Deze variant wordt enkel overwogen voor specifieke kleine hoeveelheden radioactief afval dat onomkeerbaar geborgen moet kunnen worden, dus zonder de mogelijkheid om het afval te kunnen terugnemen. 

Nieuwe ontwikkelingen

Kan een nieuwe technologie zoals transmutatie een rol spelen?

Een technologie zoals transmutatie zou een deel van bepaalde langlevende radioactieve stoffen in het afval kunnen omzetten in korter levende radioactieve stoffen, hoewel de industriële haalbaarheid ervan nog aangetoond moet worden. Sowieso zijn bepaalde splijtingsproducten niet recycleerbaar en ultiem langlevend, zoals I-129 (met een halveringstijd van 16 miljoen jaar), Cs-135 (2,3 miljoen jaar), Se-79 (356.000 jaar) of nog Tc-99 (214.000 jaar).

 

Een ondergrondse bergingsinstallatie blijft dus noodzakelijk, zowel voor de langlevende radioactieve stoffen die niet in aanmerking komen voor transmutatie als voor de langlevende restproducten van transmutatie. De techniek zelf zal dus ook langlevend afval produceren dat diep geborgen zal moeten worden. Ook kan transmutatie niet toegepast worden op afval dat al geconditioneerd is zoals verglaasd afval. 

Waarom is het belangrijk om nu beslissingen te nemen?

Net als alle andere afvalbeheerorganisaties in de wereld vindt NIRAS het ethisch niet verantwoord om na 50 jaar gedeeld internationaal onderzoek de beslissingen over en de ontwikkeling van het bergingsproject nog uit te stellen in afwachting van nieuwe hypothetische oplossingen. Het is immers aan de generaties die voordeel gehad hebben van de nucleaire toepassingen om te zorgen voor een verantwoord en veilig beheer van het geproduceerde afval. Anders schuiven we het probleem en de beheerlasten gewoon door naar toekomstige generaties. Met het eerste koninklijk besluit zet België een eerste stap.  

Het is aan de generaties die voordeel gehad hebben van de nucleaire toepassingen om te zorgen voor een veilig en verantwoord beheer van het geproduceerde afval.

Schrijf je in op onze nieuwsbrief en volg ons op de voet